woensdag 23 september 2009

Column over peutertaal

Wat zegt het varken?

Zoon pakt het ‘kleine handjes woordenboek’ en duwt het tegen mijn hand aan tot ik het aanpak. ‘Die!’ Hij gaat voor me op de grond zitten, zijn rug naar me toe. Eerst dreutelt hij even, als een poes, om zo uit te komen dat hij met zijn rug stevig tegen me aan zit. Ik heb mijn tijdschrift neergelegd. ‘Okee, hier is de koe en de koe zegt...’ ‘Boe!’ ‘Hier is het varken, en het varken zegt...’ ‘Kgr-kgr.’ Hij slaat zelf de bladzijden om, met meerdere tegelijk. De afgelopen week doen we dit elke dag een paar keer. Hij kan opeens geen genoeg krijgen van dierenboeken, en ik begin te vermoeden dat de uitgevers gelijk hebben in hun onderwerpkeuze voor het peutersegment. Zelf zou ik graag iets als ‘Bij mama op kantoor’ (hoofdstukjes ‘de koffieautomaat’, ‘de vergadering’, ‘achter de computer’ en ‘in de file’) of ‘Het mannetje in de pinautomaat’ voorlezen.

Als je je wereldbeeld op peuterboeken baseert, zou je denken dat we in het preïndustriële tijdperk zijn blijven hangen. Naast lichaamsdelen en etensmiddelen speelt het leven op de boerderij en het wel en wee van de boerderijdieren namelijk een cruciale rol. Op ‘De kleine boerderij’, bijvoorbeeld, melkt de boerin (hoofddoekje, schort voor) met de hand de koe, in de wei. Ook de makers van het ‘Kleine handjes woordenboek’, een boekje van vijf pagina’s, kiezen naast de thema’s ‘thuis’, ‘buiten spelen’, ‘feest’ en ‘school’, voor ‘de boerderij’. Onder andere de begrippen ‘melkbus’ en ‘mestvork’ worden hier behandeld. En ook deze boerin heeft een hoofddoek en schort. Door de wei stappen het paard, de kip, de eend en de poes. Zoon wijst aan en doet de geluiden, in medley ‘Tôhtôh-woef!-hihi-miiiiw.’ Hij heeft haast gekregen, slaat het boek dicht (‘Kaaaa!’, van klaar) en staat op. Ach, denk ik, het is dan wel grijs, druilerig en november, laten we naar de kinderboerderij gaan. Ziet hij het schaap en het varken weer eens in real life. Even later (een half uur gewurm met jas, muts, sjaal en ‘Bah!’ luier later) staan we voor een laag hekje, slechts een meter verwijderd van echte schapen. ‘Kijk, echte schapen!’ zeg ik op mijn enthousiasts. De schapen grazen rustig door. Zoon staart. Het is stil. We lopen langs het varken, dat aan het eten is. Hij knort niet een keer. De pony’s staan zwijgend in de motregen. ‘Kijk, paarden!’ Zoon zegt niets. Hij zakt een beetje scheef onderuit in zijn wagen.

Onderweg naar huis komt er een groep meeuwen over, luid krijsend en druk cirkelend. Ze duiken naar de stukken brood langs het kanaal, rukken het de beduusde eenden de bek uit, treiteren elkaar en pesten met al hun geschreeuw en machogedrag de meerkoetjes weg. Zoon is rechtop geschoten, hoofd achterover, extatische blik in de ogen. ‘Iew! Iew!’ doet hij, en het is de beste meeuwenimitatie die ik ooit gehoord heb. Hij probeert ze allemaal aan te wijzen. ‘Die! Die! Iew! Ieeewww!’


[geschreven in november 2008]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten